donderdag 16 januari 2014 @ 06:23  0 stares
Wat zou ik graag willen lopen. Lopen naar ergens waar niemand me zegt wat ik moet doen, niemand die mij troost of effectief geeft om wat er in mij omgaat. De leegte die mijn hoofd vult en ik niet moet denken aan wat gaat komen, wat ik moet doen of wat er van mij gaat worden, omdat nu en later toch hetzelfde blijft. Lopen, lopen in de lucht alsof je wordt vastgehouden door twee onzichtbare handen. Een heel overzicht heb je van wat er beneden je afspeelt als een sprookje waar jij geen deel van uitmaakt, want het enige wat je wilt is zwevend wandelen over die onzichtbare vloer. Ik kan niet terugkeren, rennend door het nu en wat zal ik daar tegenkomen? Tot dat ik tot stilstand kom, tot dat de betekenis wordt gevraagd, want nu zal ik nog geen volwassene zijn. De dingen die ik zie nu, de personen die ik nu ontmoet. Wat ik zie binnenin is wat nu voor mij staat. Wat zal ik zeggen tegen mezelf tien jaar later. Ben je gelukkig nu, nu dat je ouder bent? Of ben je alleen? Maar naast jou is er iets dat niet veranderd, maar waar je nog niet bewust van bent. Ben je niet in staat om het te beschermen? Dagen drijven mee met de wint en ik verlaat mijn gevoelens waar ik alleen maar achter ren. De mensen die zo dierbaar zijn, zijn ze daar nog? Staan ze nog naast jou? Maar ooit zal er terug een blokkade zijn die elk van elkaar gescheiden houd. Dan, "de persoon die je nu bent", ben je mooier geworden? De dingen van mij vroeger, herinner je ze nog. De dingen die soms pijnlijk zijn. De dagen dat er tranen zichtbaar zijn, zij brengen herinneringen  terug.


maandag 6 januari 2014 @ 09:15  0 stares
1 Een nieuw begin
Soms zeggen mensen wel eens: ‘Het is tijd voor een nieuw begin’. De vraag is enkel, wanneer begin je met een nieuw begin? Een nieuwe pagina. Een enter! Ik weet dat ik mijn pagina juist heb omgeslagen. Je voelt ze aankomen. Het witte blad. Fris, leeg en helemaal zelf in te vullen. Ze komt binnengewaaid als een frisse bries wanneer je ’s morgens de raam open zet, je ogen sluit en glimlacht. We hebben het steeds over het leven, ons leven. Wat ons doel is en dat we ergens naar streven. Vaak is dat streven iets wat de maatschappij of je omgeving je oplegt. Bewust of onbewust. Ik, ik ga af op wat mijn hart me verteld. Leven van dag tot dag. Genieten van elke ochtend dat je opstaat. Bovenal ben ik een dromer! Dromen van het onmogelijke, maar is het niet slechts onmogelijk omdat het een droom blijft? Ik droom om de routine van het leven te doorbreken. Het opstaan, ontbijten, tanden poetsen en naar school of werk vertrekken. Kan het niet anders? Moet het persé zo? Ooit verander ik het. Ik weet nog niet hoe, maar het zal van komen. 

2 Strepen
Vakantie, zo noemen ze de twee maanden wanneer je constant thuis zit. Juli en augustus. Twee maanden die zonnig en stralend horen te zijn! Nu eerlijk, hou ik niet zo van vakantie. Het vele thuiszitten, het constante aanhoren dat je je kamer moet opruimen. Dat zorgt voor een reden om vaak weg te zijn. Ik klos rond in het stedelijke Antwerpen, de stad waar ik thuis hoor. Hier krijg ik het gevoel op mijn plaats te zitten. Het is net of ik hier al jaren woon. Dat klopt natuurlijk niet, want het boerengat is mijn thuishaven. Een plek dat je in één dag kan bezichtigen. Een plaats van rust en kalmte. Een kalmte die in een stad niet te vinden is. Althans, dat dacht ik. Toen ik op zoek was naar een vintagewinkeltje, leidde een kaart me naar een afgelegen straat. Een straat waar geen kat te zien was. Het was net of de mensen uit hun huizen gejaagd waren na een plaatselijke bommelding. Het maakte dat straat kil was, maar niet oninteressant. Zeker niet toen er een man met een groen met geelgestreept pak verscheen. ‘Welkom’! Riep hij. Toen hij naderde, merkte ik op dat zijn groene ogen perfect bij zijn pak paste. Het was net of hij lezen in had. Een normaal persoon had zijn rug gekeerd en terug naar de bewoonde wereld gestapt, maar de man trok mijn aandacht waardoor ik hem onmogelijk kon negeren.
‘U bent op zoek naar ons befaamde vintagewinkeltje?’ Vroeg hij en trok zijn borstelige wenkbrauwen op. Op zijn gezicht was nog altijd een bijna griezelige glimlach te bespeuren. Ik vertelde hem dat ik geen winkel was tegengekomen en probeerde het korte gesprek af te ronden met het bedanken voor zijn hulp, maar de man was kennelijk niet snel af te weren.
‘Maar juffrouw, u kijkt niet goed genoeg! Concentreer u en laat uw fantasie werken’.
Ik begon de vreemd geklede man akelig te vinden en verzon het excuus dat ik mijn bus moest halen en keerde hem vervolgens bars mijn rug toe. Met flinke stappen liep ik de straat terug uit, het centrum in.  
Ik loop de drukke winkelstraat door, een verleiding voor ieder meisje. Alle etalagepoppen staren je aan en tonen je de mooiste kleren. Het voelt net als magie. Stel je voor dat de straat je persoonlijke kledingkast was. Elke dag iets nieuws om uit te kiezen en aan te trekken. Een materiële wereld, een beetje gevoelloos en bijna bevreemdend. Streven we er niet allemaal naar iemand belangrijk te worden? Welk tienermeisje droomt er tegenwoordig niet van om fotomodel te worden en op de belangrijke catwalks van Parijs te lopen? Nu ja, dromen mag als je maar met je twee voeten op de grond blijft staan, maar dat is natuurlijk ook een cliché. Hoe kun je nu dromen als je met je beide voeten op de grond staat? Weer zo’n verzinsel van de volwassenen. Nee, ik probeer het kind nog in mij te houden. Het fantasierijke en zorgeloze. Grote mensen weten altijd dat ze het weten, maar verwondering is noodzakelijk om tot nieuwe dingen te komen.
Na het halen van een kopje koffie, besluit ik naar huis te gaan. Het levendige van de stad achtervolgd je haast overal. Het groene licht springt terug op rood en enkele seconden later staan er weer tientallen mensen te wachten om over te steken.
Ik leun tegen de muur terwijl ik wacht op een bus. Je ziet mensen zenuwachtig wachten en om de minuut kijken op hun horloge, hopend dat er al tien minuten voorbij zijn. Sommige mensen houden kennelijk niet van wachten. Wachten duurt lang,  zeker als je in de koude wind staat. Maar wachten duurt maar zolang als je het zelf maakt. Ik vind wachten niet erg. Het is hetzelfde als televisie kijken. Je zit in de zetel en wacht op dat onverwachte moment. Het moment dat er altijd is, en daardoor eigenlijk niet meer zo onverwachts is. Televisieprogramma’s baseren zich op de realiteit, waarom is wachten dan zo anders? Integendeel, je zit er midden in! Je maakt er deel van uit. Je bent met andere woorden niet passief maar actief! Ik heb het gevoel dat mensen de passieve wereld leuker vinden, want iedereen droomt van op televisie komen. De televisie is namelijk de echte werkelijkheid geworden. De wereld is maar een saaie kopie ervan.
Vrouwen doen het tegenovergesteld van wat ze willen!